Het losloopgebied bestaat eigenlijk uit een tweetal karresporen tussen percelen bouwland, weiland en bos en twee beken. Er leven héél veel vogels. Naast ganzen, fazanten, duiven, reigers (ook zilverreigers), kraaien, gaaien en eksters vooral bosrand-zangvogeltjes: merels, mezen en vinken, maar ook roodborstjes, winterkoninkjes, boomklevers en spechten. En minder courante soorten zoals de ijsvogel (al zie je die niet zo vaak) en het zwartkopje (dat onvoorstel mooi kan fluiten). Er zullen nog wel meer soorten leven, maar ik ken al die kleine fluitertjes niet goed uit elkaar.
Aan de omvang van de bomen langs het pad te zien, ligt dit agrarische infrastructuurtje er al sinds de tweede wereldoorlog, waarschijnlijk nog langer, zonder dat er veel verandert. Ik neem aan dat de vogelpopulatie er ook al zeker zo lang probleemloos gedijt.
Toch heeft iemand het ineens zinvol geacht om vijf nestkastjes op te hangen.
Dat nestkastjes in de aangeharkte bebouwde kom een functie hebben is duidelijk, maar hier? Waarom?
woensdag 14 maart 2012
Maar waarom?
Labels:
De Wandeling,
Vogels
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten